Nomenclatuur bij de Belgische Christadelphians
- Marcus Ampe
- 3 jan
- 5 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 4 jan
Het is zeer fijn dat wij een grote verscheidenheid van mensen mogen aantreffen in onze Belgische Christadelphian Gemeenschap.
Om het makkelijk en begripsvoller te maken verkiezen we daarom voor bepaalde benamingen terug te grijpen naar de tijd van Jezus en zijn apostelen en verkiezen zo om die terminologie van de eerste christenen te gebruiken naast onze hedendaagse benamingen.

Eenvormigheid van benamingen in de Belgische ecclesiae
In Angelsaksische landen waar de Christadelphians of Broeders in Christus, een kerkgebouw hebben spreken ze meestal eenvoudig van hun “Christadelphian Hall”. In België en Nederland gebruikten en gebruiken we nog “Christadelphian Gebedsruimte”, voor de plaats waar enkel aanbidding plaats vindt. Indien er ook lezingen en studies plaats vinden, gebruiken we ook het woord “Koninkrijkszaal”.
“Tempel” was ook wel een woord dat wel eens gebezigd werd. Maar hiervoor geven we liever de voorkeur aan Bet Haknesset (Hebreeuws voor “huis van samenkomst” of synagoog. Voor de grotere samenkomsthuizen gebruiken we ook wel Sjoel of Sjiel (J): (van het Duitse ‘Schule’) waarmee we ook een synagoog mee bedoelen.
Voor de studieruimtes voorzien we dan de Bet Midrasj (Hebreeuws voor “leerhuis” maar durven dit ook te gebruiken voor een klein gebedshuis of oratorium, zowel als voor een “huiskerk”.
Voor de ruimtes of scholen waar wij Bijbelstudie geven gebruiken we het Hebreeuwse woord: Jesjivot (enk. Jesjiva) dat duidt op “talmoedacademies” of in België ook voor Thora hogescholen.
In die studieplekken spreken we ook over het “leren” of het “Lernen” (Jidish) waarbij we naast het leren van de talmoed en godsdienstige werken dieper ingaan op de geschriften van de door God gekozen schrijvers (Sofeer (H): schrijver, schriftgeleerde, scribent, schrijver van wetsrollen, tefillin, mezoezot, enz.) profeten en apostelen.
Tegenover vele gemeenschappen in het Christendom geven wij heel veel aandacht aan de Tenach of Tanach (H): initialen van Tora, Neviim, Ke- toevim; de bijbel (Oude Testament). Zonder die basis is het volgens ons moeilijk om degelijk inzicht te krijgen in het Plan van God en in de rol die de Messias (Masjiach (H: gezalfde) )Jeshua of Jezus Christus daarbij speelt. Zo ook omvatten die Oude Geschriften de Leer voor het leven of Torat Chajim (H: leer van het leven, levende leer: De Joodse leer.)
In ons huis van aanbidding, onze mikdash mee'at of "miniatuurheiligdom", reciteren we onze gebeden en zeggen we Aromimkha: "Ik prijs U, o Heer, want U hebt mij opgeheven ..."
Verder zijn er nog Hebreeuwse woorden waaraan wij ons doorheen het jaar houden. Zo spreken we onder andere:
over de Hashem of Hasjem voor de “Naam” van de Adonai (Adonaj) of Jehovah God, in plaats van het in Nederland meer gebruikte “Here Here” (Heere Heere) of de Heer. Naast de Heilige Naam van God (Jehovah) gebruiken we ook meerdere tittels van Hem om over Hem te spreken, zowel als om Hem aan te spreken, zoals bijvoorbeeld Sjaddaj (Shadai) (H): een van Gods tittels.
Regelmatig zal men tijdens onze diensten het Syemo(-Israël) (H: ‘Hoor Israël’) horen, het voor de Joden belangrijkste gebed, waar wij ook enorme aandacht aan schenken en mee zingen, en aan anderen weten te verkondigen: ‘Hoor Israël, de Heer onze God, de Heer is één’ en de daaropvolgende delen (Deut. 6, 5-9; 11, 13-21: Num. 15, 37-41).
Dat één zijn van God is iets wat ons duidelijk onderscheidt van het gros van de christelijke kerken. Maar gelukkig zijn wij niet de enige monotheïsten in het christelijk geloof en houden die ware volgers van Christus zich aan zijn leer en verkondigen velen van hen de Bijbelse Waarheid om mensen tot God te laten keren.
Tot die Enige Ware God brengen we ook het Jigdal (H): “Hij zal groot zijn”: gebed waarin de grondgedachte van het monotheïsme en het Joodse geloof worden uiteengezet.
Maar zoals vroeger bij de eerste Christenen het Kaddisj (Aramees) als gebed herhaaldelijk voorkwam in de liturgie, (een lofzang in het Aramees opgesteld) brengen wij nu en dan ook zulke lofzang voor de Allerhoogste.
Zo ook brengen wij bij het Breken van het Brood” of de Eucharistie “Kiddoesj” (H) of de inzegening, of zegespreuk op de wijnbeker waarmee de sabbat, de zondag en/ of feestdag wordt ingezegend.
Tijdens de diensten brengen we ter plaatse geïmproviseerde gebeden maar durven ook wel teksten uit de Bijbel of Sidoer (H: gebedsboek) gebruiken.
Op de avond van “ Grote Verzoendag” brengen we dan zoals de Jeshuaisten en onze Joodse buren, het openingsgebed Kol Nidree.
Als navolgers van de Nazareense Joodse leraar of rabbi Jeshua (rabbijn Jezus) vormt Tsedaka (H: rechtvaardigheid) als het gebod naastenliefde, hulpverlening en gerechtigheid betekent, een belangrijk onderdeel van onze beleving buiten het ecclesia gebouw. Want voor ons stopt ons geloofsleven en daden van geloof niet bij het buitengaan van de kerk. In ons dagelijks leven hoort er namelijk die uiting van naastenliefde te zijn waarbij ook het prediken van het Goede Nieuws hoort.
Choemasjim (H) of Pentateuch, waarbij we kijken naar de vijf boeken van Mozes (de tora) of ook wel de Leer van Mozes genaamd, maar ook verder naar de Neviïm (H: profeten) de boeken van de profeten en koningen.
Gemara (A): commentaar op Misjna, waarmee het samen de talmoed vormt.
Halacha, Halachische (H): wetgevende geschriften.
Betreft onze kerkelijke feesten nemen we ook de feesten in acht waaraan Jezus zich hield. Zo kunnen volgende Hebreeuwse woorden ook verder in het kerkelijk jaar opduiken.
Rosj Ha’sjana (H): begin, hoofd van het jaar: joods nieuwjaar.
Chag Ha’assif (H): feest van het inzamelen, het einde van de oogst,dat wij ook veelvuldig het “ Loofhuttenfeest” noemen.
Soeka (H): Loofhut.
Soekot (H): het Loofhuttenfeest, ook meervoud van Soeka.
Chag Ha’bikoerim (H): feest van de eerste vruchten, naam van Wekenfeest.
Chag Ha’katsir (H): het maaifeest.
Poerim (H): het Lotenfeest.
Jom Kippoer (H): de grote verzoening.
Jaarlijks kunnen we ook samenkomen voor het : slotgebed op Grote Verzoendaggenaamd “Neïla (H: sluiting).
Jom Teroea (H): dag van het bazuingeschal.
Sjavoeot (H): weken: het Wekenfeest.
Maar voor ons is de belangrijkste tijd van het jaar 14-22 Nisan met de Seder avond op 14 Nisan en Pesach of Pessach (H: paasfeest), Pascha, waarbij we de bevrijding van de Israëlieten uit Egypte herdenken en de bevrijding die Jeshua of Jezus aan de mensheid bezorgde door zich als een offerlam en loskoopoffer aan God aan te bieden. Dit vangt aan met Seófer (-avond) (H): orde, paasavond;een speciale ceremonie thuis aan tafel ter herdenking van de uittocht uit Egypte.
Die dagen gebruiken we naast het Boek Exodus en de evangelieteksten rond Jezus’ dood ook de Haggada (H): Pessachvertelling, boek waarin de Seder- ceremonie en -tekst geschreven staan.
Ook bij ons, denken we aan die oude Joodse gebruiken en durven we de “Machzor” (H) of het cyclus gebedsboek met als inhoud het speciale ritueel van de feestdagen inkijken.
Daarbij vergeten we niet de “Menora” (H) of de Joodse kandelaar die staat voor het oudste Joodse symbool, en het licht dat er voor ons is in de wereld.
Recente blogposts
Alles weergevenU hebt misschien nog nooit van de Christadelphians gehoord. Nochtans zijn ze een internationale geloofsgemeenschap . Doordat ze zich...
Comments